Nieuws

Methaan- en stikstofmaatregelen die je nu al kunt nemen

Samenvatting
  • Onderwerp
    Verminderen Methaan- en Stikstofemissies
  • Interessant voor
    Melkveehouder, Varkenshouder
Bekijk de bronnen
In dit artikel zetten we vier praktische handvaten voor het verminderen van emissies op een rijtje. Hierbij letten we op de (financiële) haalbaarheid van de maatregelen én de impact op andere factoren zoals diergezondheid.

In de vorige nieuwsbrief gaven we een overzicht van concrete maatregelen op het gebied van voeding, gras en management om emissies te reduceren. Binnen het programma Integraal Aanpakken wordt hier onderzoek naar gedaan en ondernemers gaan ermee aan de slag in het praktijknetwerk. Op het gebied van diermanagement zijn echter ook maatregelen te nemen die leiden tot minder emissies.

Binnen het programma Integraal aanpakken is veel aandacht voor natuurlijke oplossingen. Daarbij kijken we bijvoorbeeld naar de mogelijkheden om in de opfokfase van melkkoeien blijvend het microbioom positief te beïnvloeden, zodat er ook op lange termijn minder methaan uit het dier zelf komt. Dit zit echter nog in de onderzoeksfase en is ook een thema die zeker aan de orde zal komen in het prakijknetwerk melkveehouderij.

1. Streef naar minder jongveeopfok (melkvee)

Door het aanhouden van minder jongvee en het terugdringen van vervangingspercentage van melkvee is winst te behalen op zowel het verminderen van emissies als op financieel gebied. Veel melkveehouders zetten hier de laatste jaren ook al op in, mede om efficiënt om te gaan met de fosfaatruimte. Desondanks is er soms nog ruimte te behalen. Stel: je hebt een bedrijf met 100 melkkoeien en een vervangingspercentage van 30%. Dit betekent dat de koeien met gemiddeld 5,3 jaar worden afgevoerd en dat je 63 stuks jongvee aanhoudt (uitgaande van ALVA 24 maanden en kalversterfte van 5%). Wanneer je het vervangingspercentage kunt terugbrengen naar 25% heeft dit de volgende voordelen:

  • 10 stuks jongvee minder x opfokkosten van €625/jaar betekent 6250 minder opfokkosten.
  • Van de fosfaatrechten die u niet nodig heeft voor jongvee kunt u ca. 2,5 koe extra melken.
  • Ook hebben oudere koeien een hogere productie, uitgaande van een productie van 8.000 liter voor een vaars, 9.000 voor een 2e kalfs koe en 10.000 voor een oudere koe. Dit betekent een toename van ongeveer 25.000 liter melk.
  • Op het gebied van methaan en ammoniak betekent dit dat een koe van 6 jaar (i.p.v. 5,3 jaar) bij een productie van 27 liter melk respectievelijk ongeveer 4% en 1,5% minder emissie uitstoot.

Ook zijn er een aantal aandachtspunten maar in de meeste situaties wegen die niet op tegen de voordelen:

  • Let op het percentage gedwongen afvoer. Wanneer dit erg hoog is, kan het zo zijn dat er eerst moet worden gewerkt aan diergezondheid (zie punt 4).
  • Een oudere koe zal iets hogere voerkosten met zich meebrengen.
  • Er worden minder dieren afgevoerd, dit kan minder slachtopbrengst betekenen.

 2. Ga voor dagontmesting (varkens)

Er zijn meerdere systemen in ontwikkeling die kijken naar de aanpak van methaan- en ammoniakemissies bij de bron. Op varkensbedrijf de Hoeve in Valkenswaard wordt de techniek dagontmesting ontwikkeld en getest. Door middel van het toepassen van dagontmesting is er naast emissiereductie ook veel winst te behalen op gebied van diergezondheid. Zo wordt er bij biggen en vleesvarkens een vermindering van maar liefst 85% ammoniak en 80-90% methaan gerealiseerd, waardoor de dieren een veel gezondere leefomgeving krijgen. Met een beter stalklimaat zijn er minder luchtwegproblemen, minder antibioticagebruik en een betere productie tot gevolg. Daarnaast biedt het dagontmestingssysteem mogelijkheden voor mestverwerkende technieken. De mest kan bijvoorbeeld worden vergist en gebruikt voor de opwekking van groene energie.

In de melkveehouderij zijn ook systemen voor dagontmesting beschikbaar en meer in ontwikkeling. Deze kunnen ook bijdragen om emissies te reduceren. Bij de melkveehouderij geldt wel sterk dat er naast de staltechniek aandacht moet zijn voor voer, dier en management. Kortom, de melkveehouderij vraagt sterk een integrale benadering. Binnen het praktijknetwerk melkveehouderij wordt hieraan gewerkt.

3. Isoleer het dak (melkvee)

Het isoleren van het dak van stallen draagt bij aan een aantrekkelijk stalklimaat. Iedere melkveehouder weet dat een goed stalklimaat bijdraagt aan het optimaal presteren van de koeien.

Temperatuur is overigens ook een factor die van invloed is op het ontstaan van ammoniak. Uit een review van Fournel blijkt dat de lucht temperatuur met gemiddeld 1,2 graden daalt door dakisolatie en de temperatuur van oppervlakten met 2 graden. Omdat het ontstaan van ammoniak een oppervlakteproces is, kan de besparing op ammoniakemissies maar liefst 5 tot 10% bedragen. 

Uit onderzoek van Herbut blijkt dat Holstein koeien bij een omgevingstemperatuur van meer dan 20 graden voor een periode van meer dan 20 uur een melkdaling van 1,5 liter per dag doormaken. Naarmate de temperatuur verder oploopt en de hete periode langer aanhoudt kan dit oplopen tot meer dan 5 liter per dag. Kortom, dakisolatie draagt bij aan minder ammoniakvorming in de stal en minder emissies per kg melk, daarnaast is het beter voor diergezondheid en dierwelzijn.

4. Verbeter de diergezondheid

Diergezondheid is vanzelfsprekend van groot belang op elke veehouderij. Het is ook iets waar iedere veehouder op zijn bedrijf aan werkt. Gezonde dieren leveren ook financiële voordelen op: dieren produceren meer door betere groei. Dit komt doordat zieke dieren wel stikstof en methaan uitstoten omdat ze eiwitten en energie nodig hebben voor het afweren van de ziekte maar door diezelfde ziekte weinig melk of vlees produceren. Bovendien zal er door betere diergezondheid minder sterfte zijn en minder melk hoeft weggegooid te worden. Ook leveren gezonde dieren minder werk op doordat ze in de koppel kunnen blijven lopen en geen behandelingen behoeven. Dit vertaalt zich enerzijds in hogere opbrengsten en minder kosten en anderzijds in dieren die efficiënter meer produceren en langer meegaan en daardoor per liter melk of per kilo vlees minder ammoniak en methaan uitstoten. Werken aan diergezondheid en het verminderen van ammoniak- en methaanemissies gaan dus hand in hand!

Natuurlijk zijn er tal van gezondheidsproblemen die zeer bedrijfsspecifiek kunnen zijn. Emissiereductie en de financiële winst kunnen een extra motivatie zijn om de diergezondheid naar een nog hoger niveau te brengen, door bijvoorbeeld met die terugkerende klauwproblemen aan de slag te gaan of dat hardnekkige diarreeprobleem te tackelen. Investeer daarom in het stellen van een diagnose en het in kaart brengen van risicofactoren op het bedrijf. Voorkom daarbij bedrijfsblindheid en vraag om advies bij een dierenarts, adviseur of collega veehouder.

(Bron foto: Integraal Aanpakken)