Nieuws

Graslandmanagement als sleutel tot reductie van methaan- en ammoniakemissies bij melkvee

Trekker op het land - Insa Osterhagen via Pixabay
Bron foto: Insa Osterhagen, via Pixabay (Pixabay licence)
Samenvatting
  • Onderwerp
    graslandmanagement, methaan- en ammoniakemissies
  • Interessant voor
    melkveehouders, adviseurs
Bekijk de bronnen
Hoe kan een melkveehouder de graskwaliteit inzetten om emissies afkomstig van melkvee te reduceren? En welke informatie mist er nog om een melkveehouder hierover te adviseren? Dat zijn de vragen waar Jantine van Middelkoop en haar collega’s van Wageningen Livestock Research het komende jaar antwoord op willen geven. Dit onderzoek maakt deel uit van het programma 'Integraal Aanpakken' en vormt een van de zes nieuwe studies die begin dit jaar van start zijn gegaan.

Er is al veel onderzoek verricht naar het reduceren van ammoniakemissies afkomstig uit de melkveehouderij, met speciale aandacht voor de invloed van graslandbeheer en -kwaliteit. Zo is de relatie tussen stikstofbemesting
en oogststadium enerzijds en graskwaliteit anderzijds en de bijbehorende ammoniakemissies uit de stal, opslag, weide en na mesttoediening redelijk bekend en onderbouwd. Een bekende bevinding is dat een hoger gehalte aan ruw eiwit in het gras leidt tot meer ammoniakemissies.

Daarentegen, de impact van graslandbeheer en graskwaliteit op methaanemissies, met name die ontstaan door enterische fermentatie, is minder onderzocht. Uit onderzoeken blijkt dat de Neutral Detergent Fiber (NDF), dat onderdeel is van het ruwe celstofgehalte en hoeveelheid vezels, in het gras een belangrijke indicator kan zijn voor de methaanemissies die ontstaan door enterische fermentatie. Zo zorgt een hoger NDF-gehalte voor een lagere verteerbaarheid van het gras, waardoor methaanemissies hoger zijn.

Ruw eiwit en NDF

Het gehalte ruw eiwit en NDF in gras en kuilvoer worden onder andere gelinkt aan stikstofbemesting en het groeistadium en -seizoen. Vroeg geoogst of geconsumeerd gras kenmerkt zich door hoge ruwe eiwitgehalten en lage NDF-gehalten, wat dus resulteert in hogere ammoniakemissies. Terwijl later geoogst of geconsumeerd gras een lager ruw eiwitgehalte heeft en een hoger NDF-gehalte, wat zorgt voor hogere methaanemissies. Een hogere stikstofbemesting heeft vooral een hoger ruw eiwitgehalte tot gevolg, en heeft minder invloed op het NDF-gehalte. De kwaliteit van het gras, gestuurd door bemesting en oogsttijdstip, speelt dus een essentiële rol in de uitstoot van zowel ammoniak als methaan.

Uit een ander project in dit programma blijkt echter dat er meer indicatoren nodig zijn om de methaanemissie nauwkeurig te bepalen. Hoe die veranderen onder invloed van groeistadium en moment in het seizoen is nog niet altijd duidelijk en wordt daarom meegenomen in het project.

Op zoek naar het optimum

Het huidige onderzoek richt zich op het verzamelen en analyseren van bestaande studieresultaten om een optimaal evenwicht tussen ruw eiwit- en NDF-gehalten en eventueel andere indicatoren te bepalen. Het doel is om specifieke managementstrategieën en omstandigheden, met name stikstofbemesting en en oogststadium, te identificeren die dit evenwicht mogelijk maken. Zo kunnen melkveehouders zo goed mogelijk sturen op optimale ruwvoeder kwaliteit voor melkproductie en minimale emissies. Dit onderzoek zal ook kennishiaten verkennen om vast te stellen welke aanvullende kennis nodig is om vervolgonderzoek goed in te richten en om emissies met graskwaliteit en -beheer te reduceren. Door deze inzichten te combineren met de expertise van onderzoekers van eerdere studies, wordt bepaald hoe toekomstige veldexperimenten of deskresearch het beste vormgeven kunnen worden.

Door inzicht te bieden in de potentie van graslandmanagement om emissies te reduceren, levert dit project een waardevolle bijdrage aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Landbouw en Gasemissies (NPLG). Het uiteindelijke doel is om de sector te voorzien van praktische richtlijnen die bijdragen aan een duurzame melkveehouderij.