Stalspoor

Op het gebied van stal- en mestsystemen blijkt het ook mogelijk om emissies van ammoniak en methaan te reduceren. Centraal daarbij staan stalaanpassingen en technische en managementmaatregelen die voorkomen dat methaan en ammoniak ontstaan in de mest in de stal of in de mestopslag.

Bijvoorbeeld door de mest snel te verwijderen met mestschuiven of andere technieken, de stalvloer aan te passen (bijvoorbeeld dichte vloeren), de mest niet onder de stal op te slaan maar in een buitenopslag, of door het installeren van een luchtwasser. Dit noemen we het stalspoor. Het stalspoor richt zich op de melkvee-, varkens- en geitenhouderij.

Wat is er inmiddels bekend?

Melkveehouderij

Dichte vloeren kunnen bijdragen aan emissiereductie uit melkveestallen
Melkveestallen in Nederland zijn traditioneel uitgerust met roostervloeren boven een diepe mestkelder. De mest blijft vaak lang in de kelder en na het uitrijden van de mest blijft er meestal een laag oude drijfmest over in de kelder. Deze laag vormt de basis voor methaanvorming, ook als er nieuwe mest in de kelder komt.

Om emissies in de melkveehouderij te verminderen, zijn er de afgelopen jaren verschillende (half)dichte vloersystemen ontwikkeld. Bij dit type vloeren kan de mest sneller uit de stal worden gehaald. Deze (half)dichte vloersystemen kunnen bijdragen aan een beperking van de ammoniakemissie én aan de vermindering van methaan. De methaanemissie uit de mestkelder van de Nederlandse melkveestallen bedraagt ongeveer 25% van de totale emissies van broeikasgassen in de melkveehouderij.

Aanpassing van een vloersysteem in een stal is voor een veehouder geen makkelijke stap. Daarom is onderzocht of het ‘renoveren’ van vloersystemen mogelijk is. Daarbij zijn bestaande roostervloeren afgedekt met een dichte ‘renovatievloer’ of een ‘prefab dichte vloer’. Daarnaast zijn emissies gemeten bij twee stalsystemen zonder ligboxen: één met een kunststof vrijloopbodem, de ander is een vrijloopstal met strobed.

De metingen zijn onlangs afgerond. Momenteel wordt gewerkt aan dataverwerking, -analyse en rapportage. Hierdoor kunnen voorlopige resultaten nog veranderen. De voorlopige resultaten laten zien dat de reductie van emissies van methaan, lachgas en ammoniak kunnen verschillen bij eenzelfde vloertype. Wat werkt om methaan te reduceren, werkt dus niet per se om te komen tot een lagere lachgas- en/of ammoniakemissie.

Voor het functioneren van emissiearme vloeren is het stalmanagement belangrijk. Mestschuiven bijvoorbeeld dienen goed onderhouden te worden, zodat ze goed blijven functioneren. Daarnaast is belangrijk dat de mest na verwijdering uit de stal wordt bewerkt en/of emissiearm wordt opgeslagen. Dit om te voorkomen dat de emissies alsnog op een andere plek tot stand komen.

Varkenshouderij

Aanpak van emissie bij de bron in vleesvarkensstal loont
Emissie in de varkenshouderij komt voornamelijk uit de mestopslag en beperkt uit het dier zelf. Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) wil de emissie van haar stallen bij de bron aanpakken door een combinatie van dagontmesting, het verkleinen van het mestemitterend oppervlak, het spoelen van mest en mestkoeling. Dit wordt gecombineerd met mestscheiding en -vergisting.

De emissiereductie van het KDV-stalsysteem is onderzocht. De meetresultaten laten zien dat het werkt om emissies bij de bron aan te pakken door een combinatie van dagontmesting, het verkleinen van het mestemitterend oppervlak en mestkoeling.

De resultaten laten zien dat:

  • Methaan het sterkst gereduceerd wordt ten opzichte van de emissies van de controlestal met reductiepercentages van 66% tot 93%.
  • Ammoniak ook sterk gereduceerd wordt met reductiepercentages van 29% tot 73%.
  • De reductie van geur emissie varieert tot een verslechtering bij kraamzeugen tot een reductie van 50% bij gespeende biggen.

Het effect van de maatregelen van KDV is dat niet alleen de emissies uit de stal, maar ook de lucht in de stal schoner wordt. Dit betekent een betere luchtkwaliteit voor de varkens in de stal en dat verbetert de diergezondheid. Er blijken in de stal minder varkens met luchtwegproblemen voor te komen.

Bemoedigende testresultaten in zero-stal

Ook Agrifirm Exlan heeft een stalsysteem voor de varkenshouderij ontworpen dat met een integrale aanpak zowel methaanemissie als andere emissies kan verminderen. WUR doet onderzoek naar de emissies.

De verse mest wordt bij dit systeem opgevangen in een ammoniak-arme vloeistof. Deze vloeistof zorgt er voor dat de ammoniak wordt verdund en om de paar dagen kan worden afgevoerd. Om de spoelvloeistof te maken is het nodig de mest eerst te scheiden in een dunne en dikke fractie. De dikke fractie wordt afgevoerd naar een vergister. De dunne fractie wordt ammoniakvrij gemaakt door een ‘meststripper’ waarbij veel lucht door de dunne fractie wordt geblazen. De ammoniak vliegt er dan uit, en wordt vervolgens weggevangen door een chemische combi-luchtwasser.

Het niveau van de methaanemissie van de ‘gespoelde’ afdelingen, is op het niveau dat verwacht wordt van de enterische emissie van de varkens in het maagdarm-kanaal. Dit betekent dat de emissie van methaan uit de mest in de stal bij deze afdelingen verwaarloosbaar is.

Welke kennis mist nog?

De systemen van KDV en Agrifirm werken en zorgen voor minder emissies. Voor het systeem van Agrifirm is de volgende stap om die ammoniakarme vloeistof uit mest te maken, zodat geen water aan de mest hoeft te worden toegevoegd. Het vervolgonderzoek richt zich daarom op het optimaliseren van de productie van ammoniakvrije vloeistof met de scheider en de meststripper.

Voor beide systemen geldt dat de uitvoering op boerderijschaal moet functioneren en zo gebruikersvriendelijk en eenvoudig mogelijk moet zijn. Plaatsing op de RAV-lijst is nodig voordat veehouders het systeem mogen toepassen. Om een stalsysteem op de RAV-lijst te krijgen, dienen er op meerdere locaties en jaarrond metingen plaats te vinden, zodat de emissiefactor kan worden bepaald. Hier wordt de komende periode op ingezet.